Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En David bouwde aldaar den HEERE een altaar, en offerde brandofferen en dankofferen. Alzo werd de HEERE den [55]lande verbeden, en deze plage van over Israel opgehouden. 55. Dat is, de inwoners des lands verzoend, door het middel der gebeden, die geschiedden in het geloof van den Messias en van zijn enig zoenoffer, waarvan deze offeranden een voorbeeld waren.